Vlucht regenwulpen

Vlucht regenwulpen (Maarten 't Hart)

Vlucht regenwulpen is een boek dat eigenlijk niet gelezen hoort te worden door scholieren, omdat er een wereld op zo’n manier word beschreven dat het voor de scholieren niet meer te volgen is en in zo’n schrijfwijze is geschreven dat er dingen in voor komen dat je als scholier elke zin in je hoofd moet vertalen om het een beetje te begrijpen.
 
De opdracht was om iets over het boek te vertellen samen met stellingen. Wij dachten dat als we twee stellingen zouden gebruiken we wel zouden kunnen vertellen waar het boek over gaat.
 
In het boek komt extreem naar voren dat de hoofdrolspeler Maarten erg bijgelovig is en door de bijgelovigheid ook last heeft van agressieve dwanggedachten. Zoals bijvoorbeeld de continue dwanggedachte dat hij dood gaat. Dat dingen niet echt veel zin meer hebben, want hij gaat toch dood. Door het extreme bijgeloof heeft hij ook pleinvrees ontwikkeld. Voor Maarten is een leeg plein oversteken bijna hetzelfde als een mes tussen je ribben steken. Door zijn extreme dwanggedachten heeft hij ook een passie voor natuur ontwikkeld wat ook leidt tot het uiteindelijke beroep dat hij heeft gekozen. Het heeft er ook voor gezorgd dat hij zonder vrienden is opgegroeid, omdat hij door het bijgeloof eigenlijk niemand durfde aan te spreken.
Maarten heeft een hele grote liefde ontwikkeld toen hij op de hts zat. Hij is verliefd op Martha. Maar durft haar nooit aan te spreken. Op een afstand haar observeren en aan haar denken maakt hem al zo bang dat hij eigenlijk niets durft. Op een bepaald moment weet de hele school zo’n beetje dat hij verliefd op haar is, maar hij durft haar nog steeds niet aan te spreken. Martha begint hem duidelijk een grote freak te vinden. Maarten is zelfs zo verliefd dat hij van kerk wisselt om bij haar in de kerk te kunnen zitten. En dat hij in de bibliotheek gaat werken, omdat ze daar vaak komt. Het gevoel van verliefdheid maakt Maarten door de war en zelfs depressief, omdat hij er niks mee durft te doen.
Jaren later is hij nog steeds verliefd op Martha. Het is vaak tegen hem gezegd dat hij zich er over heen moet zetten, omdat het toch niks zal worden. Als hij uiteindelijk op de reünie komt en haar weer zal zien. vindt hij het allemaal zo spannend dat zijn extreme dwanggedachten er weer voor zorgen dat hij bijna weg wil, omdat hij haar maar niet ziet. Hij vindt dat het dom van hem is geweest om in die paar dagen dat hij nog leeft ook nog zo iets te moeten meemaken. Als hij haar dan toch ziet en ook met haar praat en zelfs wat te eten voor haar kan halen, is hij erg blij maar krijgt hij tegelijk ook weer negatieve dwanggedachten.
Dit is waar voor ons het hele boek eigenlijk over gaat. Het is allemaal gezeur van een man die in een stijl schrijft die moeilijk te volgen is. Hij heeft allemaal psychische problemen en focust zich daarom enorm op zijn carrière maar ook omdat hij bang is voor de kassen. De kassen waar hij zo’n vreselijke hekel aan heeft. Wat zo veel met kweken te maken, heeft wat hij uiteindelijk professor in is geworden.